Categorieën
Blogs

Mijn Nike Fuel band #Mensvriendelijk

Elke marketeer is bezig te trachten het gedrag van mensen te beïnvloeden. Eigenlijk proberen we als mensen allemaal dagelijks het gedrag van onze medemens te beïnvloeden, wij mensen zetten de wereld graag naar onze hand. Ik wil deze keer wat delen over een experiment dat ik gestart ben met mezelf als proefpersoon, voor wat betreft mijn eigen beïnvloeding.

Afgelopen Juli kocht ik de Nike Fuel band. Het is een design armband van rubber met van binnen technologie om de hele dag mijn bewegingen te registreren. De armband communiceert met mijn iPad, iPhone of Macbook. Via een dashboard kan ik online en real-time mijn eigen resultaten bekijken en heel gemakkelijk delen via social media met de buitenwereld. Maar meten heeft alleen zin , wanneer je er ook doelstelling aan koppelt. Nike heeft daarvoor een meeteenheid bedacht: “Fuel”. En ik word voortdurend door Nike uitgedaagd mijn doelen bij te stellen. Heb ik een doel bereikt, dan volgen er beloningen, beloningen die ik ook kan delen met de buitenwereld. Vergelijkbaar met het kruisje van de avondvierdaagse, ook dat was een beloning, die ik met de buitenwereld kon delen.

Waarom vind ik Nike Fuel nu zo interessant? Omdat ik merk dat Nike met technologie mijn gedrag beïnvloed op een positieve manier. Nike gebruikt, wat we momenteel noemen Gamefication, een middel om mensen te motiveren. Dit gebeurt al eeuwen (de Grieken deden het al), maar door de mogelijkheden van technologie staat het momenteel in het middelpunt van de belangstelling.

Al een paar keer heb ik mezelf betrapt dat ik de trap neem in plaats van de lift.  In plaats van bestraffen, word ik beloond voor goed gedrag. En de competitie met mezelf en anderen versterkt dat. Nu weet ik ook wel dat ik zelf meer dan gemiddeld competitief. En dat het dus niet voor iedereen zal werken. Maar competitie heeft vele gezichten. WeightWatchers maakt  al jaren gebruik van een competitie tegen jezelf en de roem die je kan verdienen vanuit de groep wanneer je je doelen haalt. En Nike Fuel maakt ook nog eens gebruik van technologische mogelijkheden. Want delen met anderen is niet meer alleen je eigen clubje mede-WeigtWatchers, maar bij Nike ook de groep mensen waarmee je verrichtingen deelt via social media.

En dat laatste is natuurlijk erg interessant voor Nike. Het sportmerk riep een aantal jaren geleden al dat ze minder wilden investeren in traditionele media. En wat is er nu mooier om je fans, dagelijks te laten roepen wat hun Nike Fuel score is via die social media. Ofwel je klanten betalen massaal (zij kopen een Nike fuelband) om reclame te maken voor jou.

Daarnaast vind ik het interessant omdat het we aan de vooravond staan van technologie die ons lichaam monitort. Denk aan hartslag, bloedsuikerspiegel, bloeddruk etc. Net zoals we nu inmiddels gewend zijn, dat onze auto “uitgelezen” wordt bij de garage, zo kan ook ons lichaam worden uitgelezen door een arts. Last van je hart? Even de gegevens van afgelopen maand checken door een arts.
Nu nog met behulp van externe apparaten, maar de stap naar technologie in ons lichaam is een kleine. Een kunstknie vinden we al doodgewoon, een patiënt die een Epilepsie aanval krijgt, daar kan misschien wel voor een aanval al een waarschuwing aan worden afgegeven door een chip in de hersenen.

En wat te denken van een korting die ik krijg van een zorgverzekeraar wanneer ik een Nike Fuelband draag? Ik laat immers blijken dat ik bewust met mijn gezondheid bezig ben. Onze huidige gezondheidszorg is gebaseerd op genezen wat ziek is, een kostbare misschien wel onbetaalbare zaak. Voorkomen is beter en goedkoper, maar daarvoor is beïnvloeding van gedrag nodig en daar komt ook weer marketing bij kijken.

Nike Fuelband beïnvloed mijn bewegingspatroon. Voor mij is de vraag, hoe groot is de groep mensen die je op deze manier kan beïnvloeden en wat zijn de effecten op de langere termijn. Nike zal mij moeten blijven uitdagen, om mee te blijven doen.

Nike maakt ondertussen van het leven een sport. Voor mij is het experiment nu al geslaagd, want het laat me nadenken over de rol van technologie bij het beïnvloeden van mensen.

Column Tijdschrift voor Marketing september 2012.

Categorieën
Blogs

Interne Social Media tool Yammer meet stemming medewerkers #Mensvriendelijk

De Mens centraal zetten in je marketingmix, hoe doe je dat eigenlijk? Het begint bij de aandacht voor je eigen medewerkers. Extra aandacht die zal leiden tot betere produkten en diensten, dat weer zorgt voor tevreden klanten. Yammer is een van de middelen om medewerkers intern in een besloten omgeving met elkaar te laten communiceren. Interessant is dat Yammer ook sinds kort de mogelijkheid biedt om direkt te meten hoe medewerkers qua sentiment, reageren op bepaalde onderwerpen die via Yammer besproken worden.

Want wanneer tevreden medewerkers belangrijks zijn binnen je marketingplan, dan is het natuurlijk wel belangrijk dit te meten. Zo kan bijvoorbeeld gemeten worden hoe groot het percentage is dat positief reageert op een specifieke beslissing van een organisatie. Of juist hoe groot deel boos is hierover.

Een Mensvriendelijke organisatie begint bij het nadenken over doelstellingen rondom tevredenheid en over het meten daarvan. De mogelijkheden die Yammer hiervoor beidt, vind ik interessant en passen in de aandacht voor tevreden medewerkers.

 

 

 

Categorieën
In de Media

Fellinger bij Editie NL over kortingsites


Op 15 mei 2012 was ik (als inmiddels een van de vaste deskundigen ogv internet marketing) te gast bij Editie NL. Ik mocht mijn mening geven over de stijgende populariteit van kortingssites op het internet. RTL 4 staat helaas niet toe dat de video hiervan op een externe website wordt geplaatst. Bekijk daarom de video op de site van Editie.nl zelf.

Categorieën
Blogs

Adverteerders zijn verwende pubers

Jaarlijks organiseert Tijdschrift voor Marketing een congres onder de titel “Digitaal willen we allemaal”. Ook dit jaar vond het plaats op 19 april in Utrecht. Eerlijk gezegd stoort de titel me al een tijdje, ik zal uitleggen waarom aan de hand van een anekdote uit mijn jeugd.

Als je jong bent wil je van alles, zonder dat je je wil bekomeren om de inspanning die daar tegenover staat. Heerlijk, dromen noemen we dat. Iets wat we jammer genoeg vaak bij het ouder worden kwijtraken, geremd door de kennis over de inspanning die we moeten plegen om de droom uit te laten komen. Ik wilde in mijn jeugd ook van alles en mijn wijze grootmoeder riep regelmatig; “Je kunt dat nu wel willen Stephan, maar wanneer je er weinig tijd en moeite in wil steken, dan gaat het gewoon niet lukken”. Zo leerde ik dat “iets willen” in het leven niet genoeg is om het ook te krijgen, je zult er vaak een flinke inspanning voor moeten leveren qua arbeid en tijd.

Terug naar “Digitaal willen we allemaal”. Alfred Levi, mede-organisator en ook collega columnist voor Tijdschrift voor Marketing, vertelde in een “opwarm video” over 5 jaar “Digitaal willen we allemaal”, dat het bij de beginjaren van het congres vooral “Digitaal moeten we allemaal” was. Dat herken ik wel en ik constateer dat de vooruitgang nu dus zit in het feit dat veel organisaties van “moeten” naar “willen” zijn gegaan. Dat is al een hele stap.

Nu is het dus “We willen digitaal’. En ik ben daar zelfs ook medeschuldig aan, al vanaf 1995 probeer ik organsaties te inspireren om digitaal van alles te willen. Ik zou dus blij moeten zijn met deze volgende stap, maar eerlijk gezegd ben ik dat helemaal niet.

Ik moet terugdenken aan mijn grootmoeder. Mijn blijdschap wordt gedempt omdat ik zie dat veel organisaties van moeten zijn gegaan naar willen, maar er relatief weinig inspanning voor willen leveren. Ze zijn verwend geraakt door al die jaren reclame maken en gewend dat je met een zak met geld al aardig ver kon komen om de aandacht te krijgen van de doelgroep. Advereerders en marketingmanagers zijn eigenlijk verwende kinderen die jarenlang hun zin konden krijgen, omdat hun ouders ze genoeg zakgeld gaven om alles te kunnen kopen. Ok, de laatste jaren is het krijgen van die aandacht een stuk moeilijker geworden, maar nog steeds denken adverteerders dat ze met geld alles kunnen kopen in het leven en dus ook binnen het digitale domein. Het blijven verwende pubers, die marketingmanagers.

Maar met een glimlach wil ik marketingmanagers toch uit de droom helpen. Wie succesvol wil zijn, op het gebied van digitale communicatie zal vooral heel hard moeten werken en een enorme inspanning moeten leveren, die veel verder gaat dan een zak met geld waarmee je gaat voor het snelle succes.

Ik ben er van overtuigd dat veel organisaties wel kunnen roepen dat ze van alles willen op digitaal gebied, maar dat een groot gedeelte van hen de komende jaren zal blijven worstelen met hun digitale communicatie. Want het draait niet om een zak met geld, het gaat het om een bepaalde mentaliteit, een mentaliteit van de handen uit de mouwen steken, risico nemen, geduld hebben en niet bang zijn op je bek te gaan.

“Digitaal willen we allemaal” dat is gemakkelijk geroepen en staat mooi in een powerpoint presentatie. Maar tussen willen en kunnen, daar zit een wereld van verschil.

Column Tijdschrift voor Marketing mei 2012.

Categorieën
In de Media

Fellinger bij RTL 4 Editie.nl over Google Plus

Op 23 september 2011 werd ik door het populaire RTL 4 TV programma geïnterviewd over de introductie van Google Plus bij het grote publiek en de ontwikkelingen rondom Social Media. RTL 4 staat helaas niet toe dat de video hiervan op een externe website wordt geplaatst. Bekijk daarom de video op de site van Editie.nl zelf, waarbij ik vanaf 02:41 mijn reactie geef.