Om mij heen hoor ik dat veel “kantoor-organisaties” momenteel nadenken of hun kantoor überhaupt nog aansluit bij de wensen van hun mensen. Al was het maar vanwege het praktische feit dat hybride werken er voor zorgt dat je team veel minder vaak compleet op kantoor is. En je dus moet gaan nadenken over hoe je samenwerkt, wanneer de norm is dat een deel van je team op kantoor zit en een deel thuis. Het interessante aan de vraag is ook, dat er maar weinig zaken je organisatiecultuur zo zichtbaar maken, als je kantoor. “Toon me uw kantoor en ik weet wie u bent” is een uitdrukking die ik de laatste tijd vaak gebruik.
Organisatiecultuur
“Toon me uw kantoor en ik weet wie u bent” is een uitdrukking die ik de laatste tijd vaak gebruik. Nadenken of je kantoor nog aansluit bij de wensen van je mensen, is daarmee ook concreet maken wat je organisatiecultuur werkelijk is en hoe je in een kantooromgeving met elkaar wil samenwerken. Waar het begrip cultuur vaak abstract is, daar wordt het door met elkaar te bespreken hoe je wil samenwerken op kantoor en hoe dat er dan uitziet, heel concreet.
Clubhuis
En wanneer je een kantoor wil waar je je thuisvoelt, waar moet dat dan precies aan voldoen? Dat is namelijk heel persoonlijk. Vaak valt dan ook de term Clubhuis. Als symbool voor het thuishonk van de “club” waar jij werkt. Je kantoor als Clubhuis, is dat dan de plek die past bij je organisatie? Wanneer je net als ik bezig bent met dit razend interessante onderwerp. Dan kan ik je aanraden, het afscheidsessay te lezen van Wim Pullen met als titel “Mens, Werk en Werkomgeving, Voorbij aan Hybride Werken”. Pullen was tot voor kort directeur van het Center for People and Buildings. Het fijne is dat hij zijn persoonlijke zoektocht naar vragen en antwoorden voor wat betreft de kantoor werkomgeving met ons deelt. En dat hij wegblijft van de hype die er nu is rondom hybride werken. Het essay is te downloaden via genoemd Center for People and Buildings.